Cursus Hockeytrainer: Autobanden, balken en de slak

Ik ben begonnen met HT2, een cursus voor hockeytrainer van de KNHB (hockeybond). Deel 1 is voor beginners en deel 2 meer voor jeugd enz. Je hebt ook een deel 3 en 4. Je vraagt je af waarom, want ik geef al bijna 15 jaar training, maar het leek me toch wel een goed idee. Ik word ouder (ben veteraan) en hockey verandert waar je bij staat, dus een heleboel technieken die de jeugd nu ziet op TV kan ik niet of weet ik niet wat ze zijn. De flats, backhand-slag, “jab”, etc. bestonden in mijn tijd niet (en ik doe ze nu nog niet….bv. bij een backhand-slag scheur ik alles af….). Ik moet wel wennen aan al die nieuwe technieken de afgelopen jaren, want ik zie niet altijd het nut er van in. Waarom zou je flatsen als je ook kan slaan of pushen? Slaan gaat veel harder dan flatsen en pushen is secuurder. Nadeel van een flats vind ik dat je de bal “los” laat (die een tegenstander dus weg kan prikken) en je niet meer van richting kan veranderen op het laatste moment (met een push wel). Iemand die echt goed kan slaan zie je ook niet meer, terwijl mijn generatie (40+) vroeger tot in den treure slaan-stoppen-pushen oefende op de trainingen. Ook de backhand-slag vind ik erg overtrokken. Leuk en het ziet er stoer uit, maar in mijn ogen is het toch echt makkelijker om met je voorhand te spelen (zeker op de kop cirkel). Overigens valt het me wel op dat alle nieuwe technieken en gave trucs vaak gewoon “oude” technieken en trucs zijn met nieuwe namen…..:-). Maar ja, ik ben een veteraan, dus wat weet ik er nu van….?

Vroeger kopieerde ik mijn trainingen altijd van Heren 1 (en paste hem wat aan voor de jeugd), maar aangezien dat ook al bijna 15 jaar geleden is wordt het wel eens tijd om wat bij te schaven, zodat ik mijn teams ook daadwerkelijk wat vernieuwends kan bijbrengen. Daarnaast leek het me wel een goed idee om nu maar eens een officieel papiertje te halen na bijna 15 jaar clandistien op het veld te hebben gestaan. Kortom, HT2.

De cursus is 10 weken lang, 3 uur op een maandagavond. 1 uur theorie en 2 uur praktijk op het veld. Met name dat laatste is erg leuk. We zijn met een groep van 12 man (en vrouwen) en tijdens die praktijkoefeningen wordt de groep in kleinere groepen gedeeld en ga je aan elkaar training geven. Je bedenkt met je groepje een oefening (n.a.v. de opdracht of thema van die avond) en 1 uit je groep geeft dan de training. Leuk en erg leerzaam. Het leerzame zit hem uiteraard in de feedback, maar ook in de oefeningen die je ziet van de andere groepen. Leuke oefeningen die ik ga gebruiken in mijn eigen trainingen. Zo hadden we gisteren bijvoorbeeld “de slak”. Wat? Ja, de slak. Hierbij leg je een flexibele buis in een vorm van een slakkenhuis (rondje), waar langs de kinderen een parcours afleggen met de bal. Goede oefening voor de kinderen om te leren drijven van een bal. Een andere leuke oefening die je ook thuis kan doen is het kaatsten van de bal tegen een object. Dit kan tegen een balk, muurtje of reboundblok. Wat nog beter is, is als je dat doet tegen een object dat niet recht is zodat je vooraf niet weet waar de bal heen springt. Hierdoor train je je reactievermogen. Dit kan je heel goed doen met autobanden. Pak de dus (nu) de zomerbanden van je vader uit de schuur en leg ze naast elkaar neer op het gras in je tuin (minimaal 3 op een rij) en ga de bal er tegen aan slaan. Je weet niet hoe de bal terug komt, maar probeer hem direct weer terug te kaatsen of te stoppen. Heb je die niet, leg een balk schuin neer of meerdere balken naast elkaar, dat kan ook. Iets anders wat je kan doen met autobanden is ze opstapelen. Leg 2 autobanden op een stapeltje, waar de kinderen de bal in moeten krijgen . Dit kan je thuis in de tuin ook oefenen met een emmer bijvoorbeeld. Zo kwamen er diverse leuke opdrachten voorbij.

Gisteren was ik weer aan de beurt met het geven van de training. Bij jeugd gaat het om een aantal zaken:

  • zorg dat de oefening dynamisch is waarbij er veel balcontacten zijn
  • onbewust trainen heeft voorkeur (dat ze het uit zich zelf gaan doen i.p.v. dat ik het moet zeggen)
  • er moet een succes te behalen zijn (bv. doelpunt maken of dat het trucje snel lukt)
  • de oefening moet aanpasbaar zijn aan het niveau.

Er zijn uiteraard nog een heleboel factoren die van belang zijn, maar gisteren ging het hierom. Belangrijk bij de uitleg (met name bij jeugd) is dat het snel, duidelijk en helder moet zijn. Beter een goed voorbeeld dan een heel lang verhaal. “praatje-plaatje-daadje”.

  • Praatje: uitleg van ongeveer 20 seconden met wat de bedoeling is van de oefening => we gaan met 3 man aanvallen tegen 2 verdedigers en je moet scoren. Je mag de bal alleen pushen.
  • Plaatje: voordoen => het voordoen van de oefening is de meeste duidelijke uitleg
  • Daadje: de oefening zelf.

Het praatje ging goed, het plaatje wat minder en daardoor in eerste instantie het daadje ook. Te weinig aandacht voor de uitleg, waardoor het eerst niet helemaal lekker liep. Uiteindelijk aangepast en toch nog een keer voorgedaan en het ging super. Leuk om zo te zien, want zo gaat het met mijn teams ook. Uiteindelijke waren we om 23.00 uur klaar. Nog even een warme chocolademelk boven in het clubhuis, wat inmiddels (na 3 keer) al traditie is. Heerlijk, veel geleerd weer en wederom een aantal leuke oefeningen en tips meegekregen voor de eigen trainingen.

Op naar de volgende cursusavond.

Share
,

Post navigation