Zo, het zit er op! Gelukkig weer de wei in……..

Zo, het zit er op! Het is eind februari en het zaalhockey seizoen is klaar. Tijd voor een terugblik van deze bijzondere maanden in de zaal, vooral in het team van mijn jongste die voor het eerst de zaal in mocht deze winter. Hoe heb ik dat zelf ervaren?

‘Hé, er zijn balken. Waar zouden die voor zijn?’

Eind november zijn we gestart met de allereerste zaalervaring van mijn jongste zoon. 10 jongentjes die verwonderd een zaal in lopen en totaal geen idee hebben van wat de bedoeling is. Hoe werkt het, wat moet je doen en vooral wat mag niet in een zaal. ‘Hé, er zijn balken”. Waar zouden die voor zijn? Prachtig toch? Ook voor mij was het even wennen, want ik ben zelf niet echt een zaalhockeyer en moest wel deze jongentjes training geven en bijbrengen hoe zaalhockey gaat. Dat is nog een hele opgave gebleken.

‘De tranen vloeien dan en dan ben niet alleen coach maar ook vader’

In december startte het seizoen dan echt, voor mijn oudste zoon dan. De eerste wedstrijden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik als coach wel vooraf mijn twijfels had over het team. We doen het goed op het veld, maar het niveauverschil tussen de spelers is groot, wat in de zaal niet echt handig is. Wonderwel ging het goed, direct al de eerste wedstrijden. Het grappige is dat dit al echt pubers worden, met mooie verhalen op de achterbank van de auto tijdens de uitwedstrijden, een beetje opstandig in de kleedkamer, maar toch nog wel “klein” als het even niet lukt. De tranen vloeien dan en dan ben niet alleen coach maar ook vader. Ik heb de afgelopen maanden genoten van het team maar ook als vader van mijn zoon. Van een timide jongen de afgelopen jaren, nu een scorende middenvelder die ineens groot wordt.

‘Verstoppertjes spelen, douches aanzetten, spullen van de tribune afgooien en vooral veel rennen’ 

Voor de jongste startte het pas in januari, maar ze stonden te trappelen. Hoe goed het ging met de oudste, des te moeilijker was het voor de jongste. Onzekerheid, nog niet goed snappen wat de bedoeling is, de regels niet kennen en tegenstanders die veel beter zijn. Ik vond het ook lastig en was en ben wellicht veel te fanatiek en verwacht te veel van ze. Tuurlijk ging het af en toe goed, maar het was meer af dan toe. Het meeste plezier hebben ze gehad met het klooien in de zaal tussen de wedstrijden door. Verstoppertjes spelen, douches aanzetten, spullen van de tribune afgooien en vooral veel rennen. Leuk om te zien en herinneringen van mezelf toen ik klein was en zaal hockeyde. Er is dus niks veranderd in 30 jaar tijd.

‘Koffie dan maar?’

De laatste wedstrijden hebben we allemaal dik verloren, maar ze hebben wel elke keer de pret er in gehouden. Ondanks dat we te laat kwamen bij een wedstrijd, de regels niet altijd snapte, je met een zaalhockeystick toch echt anders om moet gaan dan op het veld, keepen best leuk is in de zaal, je met een mannetje meer mag spelen omdat je al 0-10 achter staat, etc. etc. Gelukkig hebben ook alle ouders de moed er ingehouden, ook al was dat niet altijd even makkelijk. ‘Koffie dan maar?’. Dat kan veel goeds doen (ook al is de koffie vaak niet te drinken in de zalen).

‘’Nog even en dan mogen we weer de wei in’

Maar hebben we er ook wat van geleerd? Ja zeker, voor mijn oudste geld vooral dat ze veel zelfvertrouwen hebben opgedaan. Volledig onverwacht, toch veel potjes gewonnen. Verder zijn ze vooral gegroeid, en dan letterlijk. Weer een aantal 5 cm er bij. Lange benen en armen zwabberen over het veld, niet altijd wetend hoe je die in toom moet houden. Daarnaast geestelijk. Een aantal hebben woorden geleerd op de achterbank waar ze vooraf niet van wisten wat het betekende. Pubertijd!

Voor mijn jongste is het wat lastiger. Ik heb gezien dat ze technisch wat beter zijn geworden en hoop maar dat ze dit meenemen het veld weer op. Het belangrijkste is, zoals al jaren, dat ze nog steeds veel pret met elkaar hebben. Het is geen sterrenteam, maar ze hebben wel veel plezier. Wat ik geleerd heb is dat ik me moet aanpassen aan hun en niet anders om. Ik wilde veel te veel en achteraf (is makkelijk praten) moet ik beseffen dat ik me moet neerleggen bij het niveau wat ze aankunnen, ook al is dat erg hoog. Dat neem ik mee naar het veld. Ik verheug me dan ook wel weer op de veldcompetitie, vooral de 2e helft van het seizoen. Lekker weer, steeds hogere temperaturen en zonnetje. Dan is coachen geen straf! Nog even en we mogen weer de wei in.

 

Lees de komende maanden alles over hoe dat gaat en wat ik weer allemaal beleef op www.hockeyvader.nl of www.facebook.com/hockeyvader

 

 

Share

Post navigation